Nog (even) geen sloop monumentale panden Koestraat

donderdag 14 juni 2007 23:46

Economische motieven waren voor het college van B&W de reden om de 300-400 jaar oude pandjes aan de Koestraat in Rijnsburg niet als monument aan te wijzen. Het toenmalig college vond de financiële gevolgen van de – inmiddels gekraakte - panden te groot. Een ontwikkelaar kocht de panden in de periode 2002-2004 aan en ontlokte de toenmalige wethouder RO en daarmee het college (van Rijnsburg) een toezegging om er appartementen te mogen bouwen.

Voor de ChristenUnie reden om het college eerst schriftelijk en daarna in de commissie Welzijn van 12 juni hierover te bevragen. Woordvoerder Anne Post uitte in de commissievergadering zijn ongenoegen over het feit dat het college een besluit neemt onder druk van financiële motieven terwijl de financiële consequenties niet in beeld zijn gebracht. Wethouder Binnendijk kon in antwoord de commissie Welzijn geen uitsluitsel geven over het financiële plaatje.

Alle partijen gaven te kennen het initiatief van de ChristenUnie om de panden van sloop te behoeden te steunen. Unaniem waren de partijen het er ook over eens dat het college geen blanco cheque ontvangt om de panden de behouden.

Het college gaat op korte termijn onderzoeken wat de mogelijke financiële consequenties zijn van het willen behouden van de panden. De commissieleden gaven aan het niet erg te vinden wanneer er vanwege deze kwestie mogelijk een vergadering in het zomerreces plaats moet vinden. Zij steunden de opmerking van de ChristenUnie dat er in het verleden teveel karakteristieke dorpsgezichten verloren zijn gegaan.

De wethouder RO en Monumenten (Binnendijk resp. Vingerling) waren het publiekelijk niet eens met elkaar of de ontwikkelaar, op basis van de uitspraak van de bezwaarschriftencommissie om het bezwaar van het Genootschap Oud Rijnsburg niet-ontvankelijk te verklaren, een sloopvergunning kan aanvragen. Zij gaan dit nog uitzoeken.

Wethouder Binnendijk was overigens van mening dat de raad in deze lange periode nooit is geïnformeerd over de stappen en vond dat ook niet noodzakelijk. Pas als er een afgerond project ligt is de raad aan zet. Op deze uitspraak kwam forse kritiek vanuit de raad omdat het college de raad ook tussentijds actief dient te informeren over politiek relevante onderwerpen. De discussie over actieve informatieplicht wordt binnenkort in de commissie Bestuur gevoerd.

« Terug