Nog (even) geen sloop monumentale panden Koestraat
Economische motieven waren voor het college van B&W de reden
om de 300-400 jaar oude pandjes aan de Koestraat in Rijnsburg niet
als monument aan te wijzen. Het toenmalig college vond de
financiële gevolgen van de – inmiddels gekraakte -
panden te groot. Een ontwikkelaar kocht de panden in de periode
2002-2004 aan en ontlokte de toenmalige wethouder RO en daarmee het
college (van Rijnsburg) een toezegging om er appartementen te mogen
bouwen.
Voor de ChristenUnie reden om het college eerst schriftelijk en
daarna in de commissie Welzijn van 12 juni hierover te bevragen.
Woordvoerder Anne Post uitte in de commissievergadering zijn
ongenoegen over het feit dat het college een besluit neemt onder
druk van financiële motieven terwijl de financiële
consequenties niet in beeld zijn gebracht. Wethouder Binnendijk kon
in antwoord de commissie Welzijn geen uitsluitsel geven over het
financiële plaatje.
Alle partijen gaven te kennen het initiatief van de ChristenUnie om
de panden van sloop te behoeden te steunen. Unaniem waren de
partijen het er ook over eens dat het college geen blanco cheque
ontvangt om de panden de behouden.
Het college gaat op korte termijn onderzoeken wat de mogelijke
financiële consequenties zijn van het willen behouden van de
panden. De commissieleden gaven aan het niet erg te vinden wanneer
er vanwege deze kwestie mogelijk een vergadering in het zomerreces
plaats moet vinden. Zij steunden de opmerking van de ChristenUnie
dat er in het verleden teveel karakteristieke dorpsgezichten
verloren zijn gegaan.
De wethouder RO en Monumenten (Binnendijk resp. Vingerling) waren
het publiekelijk niet eens met elkaar of de ontwikkelaar, op basis
van de uitspraak van de bezwaarschriftencommissie om het bezwaar
van het Genootschap Oud Rijnsburg niet-ontvankelijk te verklaren,
een sloopvergunning kan aanvragen. Zij gaan dit nog
uitzoeken.
Wethouder Binnendijk was overigens van mening dat de raad in deze
lange periode nooit is geïnformeerd over de stappen en vond
dat ook niet noodzakelijk. Pas als er een afgerond project ligt is
de raad aan zet. Op deze uitspraak kwam forse kritiek vanuit de
raad omdat het college de raad ook tussentijds actief dient te
informeren over politiek relevante onderwerpen. De discussie over
actieve informatieplicht wordt binnenkort in de commissie Bestuur
gevoerd.