In Katwijk zetten zich veel burgers vrijwillig in bij zorginstellingen, bij de brandweer, in het onderwijs, in de verslavingszorg, bij jeugdwerk. Naast de maatschappelijke organisaties zijn er ook nog de vele sportclubs waar vrijwilligers zich inzetten.

De waarde van vrijwilligerswerk is niet in geld uit te drukken en daarom is het belangrijk dat de gemeente het vrijwilligerswerk blijft stimuleren door actieve burgers waar nodig te ondersteunen en te faciliteren en door degenen die nog niet actief zijn aan te moedigen ook mee te doen. Dit betekent ook dat de gemeente de burger (ook de jongere)weer aanspreekt om bij te dragen aan de samenleving en zich in te zetten voor anderen. Burgers, jong en oud, zijn er voor elkaar. Het aantal jongere vrijwilligers moet groeien!

De gemeente moet er voor zorgen dat vrijwilligers overal kunnen rekenen op goede ondersteuning, schept de voorwaarden en stelt hiervoor beleid op. Over dit vrijwilligersbeleid heeft de commissie Welzijn uitvoerig gesproken. De ChristenUnie is blij met een aantal uitvoeringspunten zoals de beursvloer, maatschappelijke stages, vrijwilligers- en stagemakelaars en de realisering van een vacature- en stagebank.

Helaas moet de ChristenUnie constateren dat dit vrijwilligersbeleid tot stand is gekomen zonder dat er ruimte is gegeven aan de vrijwilligers en aan hun competenties en belangstelling. De vrijwilligers worden pas betrokken na vaststelling van het beleid. Een gemiste kans.

De nota vrijwilligersbeleid geeft inzicht in hoe het was en wat er mag gaan gebeuren. Belangrijke uitvoeringspunten zijn genoemd zoals de beursvloer, maatschappelijke stages, stage- en vrijwilligersmakelaars en de realisatie van de vacature- en stagebank. Duidelijk is ook de planning en het beschikbaar gesteld budget. In de commissie Welzijn van mei heeft de ChristenUnie een aantal punten benoemd en gevraagd of de wethouder die bij dit beleid wil betrekken.

De ChristenUnie heeft de volgende aanvullingen:

• Het is belangrijk om mensen aan te moedigen die nog niet actief zijn. De overheid moet de burger weer aanspreken om bij te dragen aan de samenleving. Burgers voor elkaar is het motto. In de nota wordt gemist hoe het college dit gaat oppakken. Zie ook onze bijdrage in de commissie Welzijn van mei.
• Meer aandacht voor het vrijwilligerscontract binnen de organisaties. In de nota lezen we hierover niets terug!
• Meer aandacht aan de landelijke onkostenvergoeding. Ook hierover staat niets in de nota!
• Wijken en buurten spelen een belangrijke rol in het vrijwilligerswerk, ook gezien vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De wijkregisseur moet een regierol vervullen en een duidelijke doelstelling voor wijken en buurten moet worden vastgesteld.
• Participeren is een belangrijk punt binnen de WMO. Hierover wordt de raad nog geïnformeerd. Belangrijk is het dat wordt nagedacht over het creëren van vrijwillige banen voormensen zonder werk, met geringe kansen op de reguliere arbeidsmarkt. Hierdoor komt meer aandacht voor het vrijwilligerswerk bijvoorbeeld op scholen, in verpleeg- en verzorgingshuizen en wijkvoorzieningen.
• Het zorgloket is de nieuwe partij voor vrijwilligerswerk vanuit de WMO. Dit loket biedt kansen die gebruikt moeten worden. Belangrijk dat het college hieraan vorm geeft.
• De functie van de professionele beheerder komt in deze nota niet duidelijk uit. Belangrijk is dat het college regels vastlegt als het gaat om de beheerder waar en wanneer. Duidelijkheid is wat de ChristenUnie mist en op deze manier weten de vrijwilligersorganisaties ook niet waar ze aan toe zijn.
• Het monitoren moet handen en voeten krijgen. Staat niet duidelijk vermeld in de nota. Aangegeven moet worden hoe het college gaat monitoren.
• De beursvloer is een belangrijk onderdeel van de nota. Belangrijk is het dat de beursvloer niet alleen een dag is waar gemeente, organisaties en bedrijven elkaar ontmoeten, maar dat daadwerkelijk een vervolg wordt gegeven aan de betrokkenheid onderling en wat er voortvloeit richting vrijwilligerswerk. De beursvloer moet vrijwilligers opleveren in de toekomst. Duidelijke invulling ontbreekt.